Dwangaandoening: een mug beleven als een olifant

Een vuilniszak doorzoeken omdat je het onverdraaglijk vindt dat je een plakbandje kwijt bent. De hele dag bang zijn om iemand dood te steken. Mensen lopen daar niet graag mee te koop. Menno Oosterhoff (61) durfde pas twee jaar geleden zijn dwangstoornis wereldkundig te maken. De psychiater deelt zijn ervaringen nu ook in ”Vals alarm”.

Dit boek werd afgelopen vrijdag gepresenteerd tijdens de eerste Nederlandse Dag van de Dwangstoornis.

Een jonge patiënt zag het dertig jaar geleden al scherp. Zijn moeder belde na het gesprek de psychiater. Oosterhoff: „Volgens mij heeft die man zelf ook een dwangstoornis, had haar zoon gezegd. Anders zou ik hem niet zo goed begrijpen.” Ik was toen echter nog niet zo ver om daar open over te zijn.”

De in het Groningse dorp Thesinge woonachtige psychiater wilde ook niet aan de medicijnen om zijn dwangstoornis in te perken. Tegen beter weten in, want hij zag dat veel van zijn patiënten er baat bij hadden. „Ik gebruikte dezelfde tegenwerpingen die ik vaak krijg: „Wanneer pillen niet werken, heb ik niets meer achter de hand.” „Wat moet ik doen als ze helpen, maar tijdens een oorlog niet beschikbaar zijn?” of „Ik moet mijn problemen zelf oplossen.””

Pas acht jaar geleden, na lang maar voorzichtig aandringen van zijn vrouw, ging Oosterhoff overstag. „Toen ik de eerste keer een recept voor mijzelf uitschreef, deed ik dit uit schaamte op naam van mijn vrouw. Om te voorkomen dat apotheekmedewerkers zouden denken: Daar heb je er weer zo een.”

Lees hier het volledige artikel.