Embryo-modellen uit het lab: wat kun je ermee?

Ziektes ontrafelen en medicijnen testen
Met embryo-modellen kunnen wetenschappers onderzoeken hoe ziektes ontstaan en mogelijke medicijnen hiervoor testen.
In Nederland leven zo’n tweeduizend mensen met de spierziekte FSHD. Bij deze aandoening verliezen de spieren steeds meer kracht, waardoor mensen uiteindelijk in een rolstoel kunnen belanden.

Momenteel is er geen medicijn voor FSHD. Patiënten krijgen medicijnen om hun symptomen te verlichten, maar die kunnen de ziekte niet remmen.

De spierzwakte begint meestal in het gezicht, de schouders en bovenarmen als patiënten tussen de tien en twintig jaar oud zijn. Hoe de ziekte precies ontstaat, waarom de symptomen pas op latere leeftijd opkomen en waarom juist in het hoofd-halsgebied, willen wetenschappers uitzoeken met behulp van embryo-modellen.

Er bestaan verschillende embryo-modellen voor verschillende fasen van de embryonale ontwikkeling. Zo bootst een gastruloïde de gastrulatie na; de fase waarin cellen hun lot bezegeld krijgen. Ze worden bijvoorbeeld huidcel of spiercel. Dat model ziet eruit als een uitgerold hompje klei. Het vormt duidelijk een lichaamsas met twee verschillende uiteinden: een kop en een staart en een duidelijke buik- en rugzijde. Wetenschappers gebruiken deze modellen om de eerste weken van de embryonale ontwikkeling goed te onderzoeken, want hier is nog weinig over bekend.

Lees hier het volledige artikel. (Dit artikel is het tweede artikel van een drieluik. Artikel 1 vind u hier.