Gewoontevorming lijkt geen risicofactor te zijn om een verslaving te ontwikkelen

Mensen die verslaafd zijn, zijn niet per se gevoeliger voor gewoontevorming of omgevingsfactoren. Dit in tegenstelling tot wat onderzoek met proefdieren laat zien. Wel is bij mensen met alcohol- of gokverslaving het beloningssysteem van de hersenen verstoord tijdens het verwerken van natuurlijke en verslaving-specifieke stimuli.

Bij mensen met een gokverslaving is zowel de functie als de structuur van de hersenverbindingen verstoord.

Dit concludeert Tim Van Timmeren in zijn proefschrift over alcohol- en gokverslaving waarop hij vandaag, vrijdag 5 juliie gepromoveerd.

Hij liet deelnemers in het lab computertaakjes uitvoeren en bestudeerde hun gedrag én hersenfuncties. Daarbij keek hij naar verstoringen bij het vormen van gewoontes en bij het verwerken van algemene beloningen of verslavings-gerelateerde stimuli. Van Timmeren wilde de hypothese testen dat neurobiologische verstoringen in verschillende associatieve leerprocessen (‘conditionering’) verslaving veroorzaakt en in stand houdt.

Verminderde werking van beloningssysteem in hersenen
Van Timmeren vermoedt dat individuele verschillen in gewoontevorming geen risicofactor zijn om een verslaving te ontwikkelen. Daarentegen lijkt een verminderde werking van het beloningssysteem in de hersenen kenmerkend te zijn voor verslaving, wat deels een risicofactor vormt en deels verergert lijkt te worden door de neurotoxische werking van middelen zoals alcohol.

Lees hier het volledige artikel.