Hoe (beter) bereikbaar kan de huisarts zijn?

De meeste huisartsen blijken goed bereikbaar via de telefoon. Maar op drukke tijden en in kleine praktijken staat de bereikbaarheid wel vaker onder druk. Verbeteropties zijn soms eenvoudig, maar voor extra personele investeringen moet veel worden afgewogen.

Dat concludeert onderzoeksinstituut NIVEL in hun onderzoek “Definities en condities van telefonische bereikbaarheid” onder 100 huisartsenpraktijken in opdracht van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV).

Tijdstip en praktijkgrootte bepalend voor bereikbaarheid
Patiënten die bellen naar de huisartsenpraktijk voor een niet-spoed oproep krijgen in 94% van de gevallen binnen 10 minuten een assistent aan de lijn, of een bandje te horen met informatie wanneer de praktijk wel bereikbaar is.

Naast deze hoge score blijkt ook dat telefonische bereikbaarheid van twee factoren afhankelijk is. De mate van telefonische bereikbaarheid hangt ten eerste samen met het tijdstip van de dag. Tussen de middag krijgt de beller minder vaak de assistent aan de telefoon en wordt minder vaak informatie gegeven over wanneer de assistent wel bereikbaar is. Tussen 8 en 9 uur ‘s ochtends krijgt men bijna nooit een bandje, maar moeten patiënten wel langer wachten dan op andere tijdstippen.

Uit gesprekken met huisartsen blijkt, ten tweede, dat vooral de kleinere en solopraktijken het lastig vinden hun telefonische bereikbaarheid te verbeteren. Een aantal huisartsen geeft aan dat de bereikbaarheid vooral onder druk staat bij onverwachte situaties, zoals ziekte van de assistent. Hoe kleiner de praktijk, hoe kwetsbaarder deze is voor uitval in de bezetting.

Lees hier het volledige artikel.