Hoe kun je slapen en wandelen tegelijk?

Midden in de nacht door het huis lopen, een gesprek aangaan en er je ’s ochtends niks van kunnen herinneren. Dat overkomt mensen die slaapwandelen. Klaarwakker aan de buitenkant, in een diepe slaap aan de binnenkant. Hoe werkt dat in het brein? En is het erfelijk?

GezondNU zocht het uit.

In films wordt een slaapwandelaar altijd uitgebeeld als een soort rondzwervende geest, met de armen vooruit, wankelend door de gangen. Maar in werkelijkheid zie je niet altijd aan slaapwandelaars dat ze slapen. Met sommigen is zelfs een heel gesprek te voeren! Maar hoe kun je nu aan de buitenkant klaarwakker lijken en van binnen diep in slaap zijn?

Slaap jij?
Bij het slaapwandelen is iemand half bij bewustzijn: hij of zij is zich wel bewust van het eigen lichaam, maar niet van de omgeving. De medische term voor slaapwandelen is somnambulisme. Het komt vooral voor bij kinderen, met name tussen de 3 en 7 jaar, maar ook volwassenen kunnen er last van hebben. Tussen de één en vijftien procent slaapwandelt. Vermoeidheid en stress kunnen het triggeren.
Eerst werd gedacht dat mensen die slaapwandelen onbewuste verlangens hebben en dat ze die dus tijdens hun slaap uit gaan voeren. Of dat ze dromen. Dit blijkt helemaal anders te zitten.
Je brein slaapt, maar je lichaam niet
Slaapwandelaars gaan in het eerste deel van de nacht slaapwandelen. Dan zit je lichaam namelijk in het diepste stadium van de slaap: de NREM (non-rapid eye movement) slaap. Tijdens NREM-slaap ben je onrustig en draai je je steeds om. Je lichaam is dus nog actief, terwijl de activiteit in je brein juist afneemt. Dat betekent ook dat je niet droomt, dat gebeurt namelijk later in de nacht tijdens de REM-slaap.
Lees hier het volledige artikel.