In 2039 is het aanpassen van embryo-DNA heel normaal

Het komende jaar vinden er door heel Nederland ‘DNA-dialogen’ plaats. Dat zijn dialogen die gaan over de vragen of we het DNA van embryo’s zouden moeten willen aanpassen. En onder welke voorwaarden dit zou mogen. Tijdens de dialogen kunnen Nederlanders met elkaar in gesprek over de mogelijkheden en de moeilijkheden.

Sinds de Chinese onderzoeker Jiankui He in 2018 het DNA van twee embryo’s aanpaste, en de baby’s Lulu en Nana geboren liet worden, is er behoefte aan een maatschappelijk debat over de techniek waarmee dit kan: CRISPR-Cas. Deze technologie maakt het mogelijk om ziekteverwekkende genen in het DNA van embryo’s aan te passen. Kinderen hoeven daardoor een ernstige erfelijke ziekte niet meer te krijgen. En hun nageslacht ook niet. Toch kleven er nog veel vraagtekens aan deze techniek: Hoe veilig is het? Mag je wel ingrijpen op het DNA van het nageslacht? Komt er een sociaal stigma op ziektes?

Woensdagavond 10 oktober vond de eerste DNA-dialoog plaats in Rotterdam. Samen met publiek en experts werd er gediscussieerd over stellingen als: ‘Een wereld waarin kinderen geen aangeboren achterstand meer hebben, is een betere wereld’ en ‘Ik zou het DNA van mijn kind aanpassen als het daardoor meer kans maakt zijn talenten beter te ontwikkelen’.

Discussieer mee
De DNA-dialogen worden georganiseerd door elf verschillende organisaties, waaronder het Rathenau Instituut. Ter voorbereiding op de dialogen heeft dit instituut een rapport geschreven met handvatten voor het voeren van een maatschappelijk dialoog over deze kwestie. Begin oktober 2019 is het gepubliceerd onder de titel: ‘In gesprek over het aanpassen van erfelijk DNA van embryo’s: Lessen voor een maatschappelijke dialoog’.

Lees hier het volledige artikel.
Kijk hieronder naar een informatiefilmpje.