Medisch specialisten in opleiding haken af door werkdruk: ‘Het was structureel’

In deze coronatijd is het in de ziekenhuizen alle hens aan dek. Daarom is het juist nú een extra groot probleem dat een flinke groep jonge artsen wil stoppen. Dat blijkt althans uit een uitgebreide enquête die belangenvereniging De Jonge Specialist vorige maand hield.

De werkdruk wordt hun te veel, en ondanks de vele overuren blijft er te weinig tijd over voor de patiënt.

Hugo van Elteren was een van hen. Dertien jaar besteedde hij aan zijn studie geneeskunde en zijn promotieonderzoek. Met veel plezier en volle inzet. Tot 2016 werkte hij op de kinderafdeling van een universitair medisch centrum, in afwachting van een opleidingsplaats. Hij was anios: arts niet in opleiding tot specialist. Van Elteren wilde patiënten helpen, daarom koos hij dit vak. Hij had er duidelijke ideeën over, maar kon die niet waarmaken.

“Ik wilde tijd hebben voor mijn patiënten, rustig kunnen uitleggen wat een diagnose betekent; waarom ik een bepaalde behandeling voorstel. Maar daar was vaak helemaal geen tijd voor.” De werkdruk was hoog, vertelt hij. “Werkweken van minimaal 48 tot 50 uur werden in vijf dagen geperst. Eerst dacht ik: het ligt aan mij, ik moet nog veel leren. Maar ik merkte al snel dat het structureel was.”

Lees hier het volledige artikel.