Nieuwe test heeft geen meerwaarde bij lymeziekte van het zenuwstelsel

Actieve ziekte van Lyme van het zenuwstelsel kun je niet aantonen met een ELISpot-test, zo stellen onderzoekers van het RIVM en het Diakonessenhuis Utrecht deze week in Journal of Clinical Microbiology.

Dit is de eerste studie waarin de bruikbaarheid van een ‘cellulaire test’ geëvalueerd is op een uitgebreide, goed gedefinieerde populatie van patiënten en een controlegroep uit Nederland. Het onderzoek laat zien dat positieve Borrelia ELISpot-resultaten vaker voorkomen bij mensen die blootgesteld zijn aan de lymebacterie, maar de ELISpot-test kan geen actieve lymeziekte van het zenuwstelsel onderscheiden van een doorgemaakte lymeziekte in het verleden.

Afweerreactie
Cellulaire testen worden met regelmaat gebruikt in commerciële laboratoria en veel Nederlanders laten hun bloed met deze testen onderzoeken in Duitsland. Met de cellulaire testen wordt de activiteit gemeten van bepaalde afweercellen: de T-cellen die een belangrijke rol spelen bij de afweer en actief worden als ze met de lymebacterie in aanraking komen.

Met de huidige diagnostische testen in Nederland meet je de aanwezigheid van bepaalde afweerstoffen tegen de lymebacterie. Maar met een positieve uitslag van deze test weet je niet of de infectie met de lymebacterie nu plaatsvindt of dat de antistoffen nog aanwezig zijn van een eerdere (genezen) infectie. De onderzoekers verwachtten dat cellulaire testen mogelijk geschikt zouden zijn om een actieve ziekte van Lyme van het zenuwstelsel (neuroborreliose) aan te kunnen tonen. Uit het deze week gepubliceerde onderzoek blijkt dat ook met de onderzochte cellulaire ELISpot-test geen onderscheid te maken valt tussen huidige en oude infecties met de lymebacterie.

Lees hier het volledige artikel.