Specialist legt uit: praten over orgaandonatie is belangrijk

In haar twintig jaar op de Intensive Care in het LUMC sprak donatie intensivist Jacinta Maas veel nabestaanden over orgaandonatie. Het is volgens haar altijd weer een rare switch. “Eerst doen we er alles aan om de patiënt beter te maken. Lukt dat niet, dan behandelen we de patiënt opeens als mogelijke orgaandonor.”

“Ik weet nog goed dat hier jaren geleden een moeder op de Intensive Care zat. Zij vierde die dag haar verjaardag en haar tienerzoon had onderweg naar haar een ernstig ongeluk gehad. Hij kwam te overlijden en ik besprak met haar de mogelijkheid om zijn organen en weefsels te doneren. De moeder zei: dat zou hij heel graag gewild hebben en ik weet ook wie zijn nieren mag hebben. Haar baas was ernstig ziek en had een niertransplantatie nodig. Ik dacht: wauw, dat ze in zo’n acute deze beslissing kan nemen! Daar heb ik nog steeds veel respect voor.”

Niet vergeten
“Mijn doel als donatie intensivist is dat we in ons ziekenhuis optimaal gebruikmaken van de orgaandonoren die er zijn. Als ik tijdens de werkoverdracht hoor dat een patiënt komt te overlijden vraag ik altijd: is het een geschikte orgaandonor? Op die manier zorg ik ervoor dat artsen orgaandonatie niet vergeten. Ik hou ook in de gaten dat alle nieuwe artsen die op de Intensive Care komen werken een training krijgen. Ze leren wanneer een patiënt geschikt is voor orgaandonatie, hoe je het gesprek voert met de nabestaanden, en hoe het donatieproces precies verloopt.”

Lees hier het volledige artikel.