Vijf vragen over antibioticaresistentie

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gaat aan een wereldwijde aanpak van antibioticaresistentie werken. Dat is hard nodig, zegt microbioloog Johan Mouton, bestuurslid van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid. Het aantal doden als gevolg van resistente bacteriën stijgt snel.

Vijf vragen over antibioticaresistentie

1. Wat is precies het probleem?

“Wanneer bacteriën met antibiotica in aanraking komen, ontstaat een natuurlijk selectieproces. De geselecteerde bacteriën raken ongevoelig voor deze middelen. In veel landen krijgen zieke mensen te makkelijk antibiotica verstrekt, dus zonder dat ze het echt nodig hebben. Dat betekent dat er een grote selectie van resistente bacteriën ontstaat. Die bacteriën verspreiden zich, met als gevolg dat we steeds minder mensen goed kunnen behandelen. Gelukkig neemt de urgentie van het probleem toe. Nu de Wereldgezondheidsorganisatie er serieus aandacht aan geeft, wordt het top priority.”

2 . Ondervinden we in Nederland ook al de gevolgen?

“Ja, artsen zien regelmatig patiënten die nauwelijks meer te behandelen zijn. Of bacteriën zijn nog slechts gevoelig voor één antibioticum dat minder goed werkt of heel duur is. Daar sterven ook mensen door. Het meest voorkomende ziektebeeld waarvoor we antibiotica uitschrijven, is een blaasontsteking. Vroeger hadden we daar simpele middelen tegen, nu moeten mensen soms al worden opgenomen om via een infuus de medicijnen toegediend te krijgen. De orale opties werken niet altijd meer.”

3. Schrijven artsen hier ook te snel antibiotica voor?

“Nee, wij hebben een restrictief beleid. Wereldwijd gebruiken wij de minste antibiotica. In veel landen zijn ze echter vrij te verkrijgen. Officieel mag je in Europa zonder doktersrecept geen antibiotica gebruiken, maar in sommige landen gebeurt het nog wel. Buiten Europa komt het nog vaker voor, mensen halen ze gewoon bij de drogist. Vaak is helemaal niet duidelijk of de zieke inderdaad een bacteriële infectie heeft. Daar hebben we in Nederland last van, want resistente bacteriën houden zich niet aan grenzen. Ze belanden vanuit India of Amerika ook in onze omgeving. Dat duurt soms maar een paar weken.”

4. Kunnen we onze hoop vestigen op de ontwikkeling van nieuwe antibiotica?

“Tussen de eerste stap en het moment dat een middel op de markt verschijnt, zit vijftien tot twintig jaar. Er zijn op dit moment een paar lopende trajecten, maar de komende jaren zullen slechts sporadisch nieuwe antibiotica beschikbaar komen. We moeten het vrijwel doen met wat we nu hebben. En ook voor deze nieuwe middelen moeten we ervoor zorgen dat er geen resistentie tegen ontstaat. Ze zijn eigenlijk onze laatste redmiddelen.”

5. Is het reëel om te verwachten dat andere landen een mentaliteitsverandering zullen ondergaan?

“Soms is het ook onwetendheid, daarom willen we in Nederland onze expertise graag beschikbaar. Buiten dat, zijn de afgelopen maanden al diverse oproepen gedaan om echt tot actie over te gaan. Gelukkig, want bacteriën vermenigvuldigen zich elke 20 minuten. We kunnen ons niet veroorloven om nog te wachten. In Griekenland, dat relatief in de buurt ligt, overlijden al veel meer mensen dan hier. Daar zijn bacteriën die resistent zijn tegen alle antibiotica die nu op de markt zijn. Een land als India heeft het probleem lange tijd ontkend, maar doet er sinds een jaar veel aan om verdere resistentie tegen te gaan. Met de bemoeienis van de Wereldgezondheidsorganisatie, hoop ik dat andere landen dat voorbeeld zullen volgen.”

Bron: Nu.nl