Vroeger kanker opsporen in patiëntendossiers

Kunnen de aantekeningen die huisartsen maken in de dossiers van hun patiënten bijdragen aan nog vroegere opsporing van kanker? Twee hoogleraren van Amsterdam UMC begonnen aan een project waarbij kunstmatige intelligentie deze teksten doorspit. Bij long- en dikkedarmkanker trok het systeem drie tot vier maanden vroeger aan de bel dan de huisarts.

Huisartsen hebben een belangrijke rol bij het opsporen van kanker. Ruim 90 procent van de patiënten die in het ziekenhuis de diagnose kanker krijgen, is doorverwezen door een huisarts die nader onderzoek raadzaam vond. Elke vertraging in de diagnose heeft invloed. Bij longkanker bijvoorbeeld, leidt vier weken later beginnen met een behandeling tot 6 procent toename van sterfte. Waarschijnlijk heeft het eerder stellen van de diagnose een omgekeerd effect op dat sterftecijfer.

“De huisarts zal echter pas doorverwijzen als er voldoende aanwijzingen zijn voor kanker”, zegt Henk van Weert, hoogleraar Huisartsgeneeskunde. “Daar gaan soms enkele consulten overheen, omdat patiënten vaak in eerste instantie alleen met vage symptomen op het spreekuur komen, die onvoldoende zorgwekkend zijn.” Bij duidelijkere verschijnselen, die op kanker kunnen wijzen, zien de meeste patiënten binnen twee weken een specialist. In dat opzicht doen huisartsen hun werk volgens Van Weert vrij goed. “In het traject bij de huisarts lijkt bij de huidige stand van de wetenschap dus weinig tijdwinst, en dus gezondheidswinst, te boeken.”

Lees hier het volledige artikel.