Waarom sommige tumorcellen maar niet reageren

Fout op fout op fout. In de celdeling van dikkedarmtumoren blijven fouten optreden in de verdeling van chromosomen. Hierdoor verschillen de tumorcellen sterk van elkaar.

Dat blijkt uit onderzoek van het Hubrecht Instituut en het UMC Utrecht. Dit inzicht is belangrijk omdat de verschillende tumorcellen anders kunnen reageren op een behandeling.

Een verhoogde kans op fouten tijdens het verdelen van de chromosomen in de celdeling heet chromosoominstabiliteit. Aan de ene kant heeft dit invloed op de behandeling. Door die verschillen doodt de behandeling sommige tumorcellen wel, maar andere niet. Dit verklaart weer waarom een tumor soms vrijwel weg lijkt, maar toch terugkomt. Ook kan dit inzicht een aanknopingspunt zijn voor nieuwe behandelingen. Want uit eerdere studies blijkt dat het vergroten van de chromosoominstabiliteit in cellen die al instabiel zijn, de kans vergroot dat die cel doodgaat. Van dat mechanisme is wellicht gebruik te maken.

De onderzoekers onderzochten de chromosoomverdeling door levende mini-orgaantjes, gemaakt van dikkedarmtumoren, onder de microscoop te leggen en live te kijken naar de celdelingen. Deze mini-orgaantjes, zogenoemde organoïden, zijn in de toekomst te gebruiken om de relatie tussen chromosoominstabiliteit, tolerantie van cellen voor fouten in de chromosoomverdeling en de reactie op medicijnen te bestuderen. Met als uiteindelijk doel om de behandeling van kanker te verbeteren door deze patiënt- en tumor-specifiek maken.

Lees hier het volledige artikel.