Welzijnswerker kan verschil maken in Kanteling

Gemeenten die Wmo-ondersteuning koppelen aan het aanbod van welzijnsvoorzieningen, lijken ‘een grotere slag te slaan’ in “de Kanteling”. Dat constateert het Sociaal Cultureel Planbureau in haar tweede Wmo-evaluatie. Opmerkelijk: gemeenten zetten in op directe bezuinigingen met hogere eigen bijdragen voor Wmo-voorzieningen.De nieuwe toeleiding van burgers naar ondersteuning binnen de Wmo is ‘nog in ontwikkeling’. Dat kan beter als gemeenten gebruik maken van het aanbod van welzijnsvoorzieningen. Dat constateert het Sociaal Cultureel Planbureau in haar tweede Wmo-evaluatie: “De weg naar maatschappelijke ondersteuning”. Welzijnswerkers zijn belangrijk in de “nieuwe werkwijze” omdat zij meerdere rollen kunnen spelen dichtbij de burger: ‘Contact maken met het Wmo-loket, outreachend werken en activiteiten organiseren voor ondersteuning.’

Kanteling

Het SCP constateert ook dat ‘de gemiddelde werkwijze in gemeenten medio 2012 nog weinig gekanteld lijkt te zijn’. De toeleiding van vragers naar Wmo-ondersteuning ‘is vaak een tussenvorm tussen de oude werkwijze en het nieuwe, gekantelde traject,’ schrijft het SCP. Het Planbureau onderzocht in 2012 tien gemeenten de omslag naar vraaggericht werken in de Wmo en de benutting van de eigen kracht van de burger en het sociale netwerk, beter bekend als: “de Kanteling”. De SCP-onderzoekers bestudeerden beleidsdocumenten en interviewden burgers, wethouders, beleidsmedewerkers en gespreksvoerders, die het contact tussen burger en gemeenten leggen.

Hogere eigen bijdrage

Opmerkelijk is de conclusie van de onderzoekers over de besparingen die gemeenten willen bereiken. Uit de interviews komt naar voren dat gemeenten willen bezuinigen via meer en hogere eigen bijdragen, lagere vergoedingen, minder aanvragen honoreren en omvorming tot algemene voorziening (bijvoorbeeld de huishoudelijke hulp). Volgens het SCP lijkt het de gemeenten ‘vooral te gaan om eigen verantwoordelijkheid in financiële zin: Mensen moeten meer kosten voor eigen rekening nemen.’ Dit komt niet overeen met de inzet van gemeentekoepel VNG, die door aanpassing van het traject van toeleiding op lange termijn besparingen wil behalen.

Samenwerken

Het Planbureau concludeert verder dat gemeenten ‘de samenwerking met partnerinstellingen opzoeken, een meerwaarde kennen voor de nieuwe aanpak van toeleiding naar ondersteuning.’ Samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties brengt gemeenten dus verder in “de Kanteling”. Ook het gesprek met de vrager is belangrijk om hem of haar zelf op het spoor van alternatieve oplossingen te zetten, aldus het SCP. De Wmo-gespreksvoerder moet die dialoog met de burger voeren. Daarvoor heeft de gesprekvoerder echter meer competenties en meer handelingsruimte nodig dan hij nu krijgt. Gemeenten moeten in beide voorzien, adviseert het SCP.

Bron: Zorg en Welzijn

Download hier het rapport “De weg naar maatschappelijke ondersteuning”