Zorg schiet te kort voor angstige patiënten met kanker

Een derde van de patiënten met kanker die na behandeling nog in leven is, ervaart in te ernstige mate angst voor terugkeer van de ziekte. Deze angst leidt tot allerlei problemen in het dagelijks leven. Momenteel worden patiënten met kanker hierop niet gescreend en ook is er geen behandeling beschikbaar.

José Custers van het Radboudumc promoveert 27 mei op haar onderzoek naar angst voor de terugkeer van kanker en pleit voor meer bekendheid voor dit probleem
Steeds meer mensen blijven in leven na behandeling van kanker. Al deze mensen ervaren in meer of mindere mate angst voor terugkeer van de ziekte. Deze angst is normaal en neemt meestal af in de loop van de tijd. Bij een derde van de patiënten blijft de angst echter sterk aanwezig. ‘Zelfs vijf tot tien jaar na het afronden van de behandeling komt deze angst nog voor,’ vertelt Custers. ‘Vaak getriggerd door bijvoorbeeld een bezoek aan de arts of media-aandacht voor kanker. Deze angst leidt tot problemen in het dagelijks leven. Mensen met angst maken zich veel zorgen, hebben moeite met het maken van toekomstplannen of zijn extreem alert op lichamelijke symptomen.’
Meer bekendheid
Custers concludeert in haar proefschrift dat er meer aandacht moet komen voor patiënten met een te hoge angst. ‘Na de behandeling van kanker is angst voor terugkeer van de ziekte logisch en zelfs functioneel. Het is bijvoorbeeld goed als patiënten alert zijn en hun lichaam controleren op knobbeltjes. Maar de angst kan ook de overhand nemen en het leven van de patiënt gaan bepalen. Het is momenteel onvoldoende bekend bij artsen en patiënten dat de angst zodanig ernstige vormen kan aannemen, dat patiënten zich erdoor geïnvalideerd voelen.’
Lees hier het volledige artikel.