De hartslag, ook wel hartritme of hartfrequentie genoemd, drukt uit hoe snel je hart klopt, ofwel samenknijpt om het bloed in de bloedvaten te pompen. De hartslag wordt uitgedrukt in het aantal slagen per minuut.
Een normale hartslag ligt voor de meeste volwassenen tussen de 60 en 100 slagen per minuut, maar dit kan verschillen per persoon. Bepalende factoren zijn onder andere leeftijd, lichaamslengte, hartconditie en medicijngebruik.
Hoe meet je zelf je hartslag?
De makkelijkste manier om je hartslag te meten, is door te voelen aan de binnenkant van je pols. Het is belangrijk dat je hierbij ontspannen bent. Eenmaal je tot rust bent gekomen, zoek je met je rechter wijs- en middelvinger de polsslag van je linkerhand (of andersom). Dat doe je door voorzichtig druk uit te oefenen met je vingers. Gebruik een horloge of stopwatch en tel je hartslag gedurende 30 seconden. Dit aantal verdubbel je om je hartslag per minuut te kennen.
Als je slagader wat dieper ligt, kan het moeilijk zijn om je hartslag te voelen in je pols. In je hals, net naast je adamsappel, loopt ook een slagader. Als je daar licht je vingers op drukt, dan voel je je hart kloppen. Je kan je hartslag makkelijk meten door 30 seconden lang het aantal slagen te tellen en dat aantal te verdubbelen.
Lees hier het volledige artikel.