Hoe te handelen bij Wmo-aanvraag

Veel gemeentes hebben een Wmo-loket waar u zich kunt melden voor het doen van een Wmo-aanvraag. Hier kunt u een formulier krijgen waarmee u een schriftelijke aanvraag kunt doen en deze nader kunt toelichten. In sommige gemeenten is het ook mogelijk om via internet een aanvraag in te dienen. En hoe gaat het daarna verder?

Naar aanleiding van uw aanvraag zal een Wmo-consulent van de gemeente contact met u opnemen. Vaak volgt een huisbezoek waarbij uw persoonlijke situatie in kaart wordt gebracht. Zo nodig kan de gemeente een medisch adviseur inschakelen om uw situatie nader te onderzoeken.

De gemeente moet binnen 8 weken een besluit nemen op uw aanvraag. Heeft de gemeente meer tijd nodig, bijvoorbeeld vanwege nader onderzoek, dan kan zij de beslistermijn verlengen. Hiervan moet u schriftelijk bericht krijgen. Blijft een besluit uit en is de beslistermijn overschreden, dan kunt u de gemeente zonodig in gebreke stellen.

Niet eens met besluit

Krijgt u mondeling te horen dat uw aanvraag zal worden afgewezen, vraag dan om een schriftelijke bevestiging. Alleen tegen een schriftelijk besluit kunt u namelijk juridische stappen ondernemen. Is uw aanvraag afgewezen of bent u het niet eens met de voorziening die u toegekend heeft gekregen, dan heeft u 6 weken de tijd om in bezwaar te gaan.

Vermeld in uw bezwaarschrift altijd:
• datum en kenmerk van het besluit waartegen u in bezwaar gaat,
• uw adresgegevens
• en de redenen waarom u het niet eens bent met het besluit dat u heeft ontvangen.
Als de tijd dringt en het einde van de bezwaartermijn nadert, kunt u ervoor kiezen om voorlopig bezwaar te maken. Hierin geeft u alleen aan dat u het niet eens bent met het betreffende besluit en dat u graag een extra termijn wilt voor het aanvullen van uw bezwaar. De gemeente kan u dan nog wat extra tijd geven om uw bezwaar compleet te maken.

Eigen bijdrage Wmo

Voor de Wmo geldt een eigen bijdrage-regeling. De eigen bijdrage Wmo bestaat uit een vast deel en een inkomensafhankelijk deel. Naarmate uw inkomen hoger is, moet u dus meer betalen voor de Wmo-voorziening(en) die u in gebruik heeft. Van uw gemeente krijgt u te horen of er een eigen bijdrage geldt voor de Wmo-voorziening(en) die u gebruikt. Het CAK stelt vervolgens de hoogte van de eigen bijdrage vast.

Vanaf 1 januari 2013 wordt ook het vermogen meegewogen bij de vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage. Via de eigen bijdrage betaalt u in feite de kosten van de voorziening geheel of gedeeltelijk terug aan de gemeente. Het loont dus de moeite om voor uzelf na te gaan hoe hoog uw eigen bijdrage is en of het wellicht voordeliger is om zelf een oplossing te vinden, zoals de aanschaf van een tweedehands voorziening. Wat in een specifieke situatie het voordeligst uitvalt, is mede afhankelijk van uw inkomen en het aantal Wmo- en AWBZ-voorzieningen waarvan u gebruik maakt.

Paula Breedveld
jurist Juridisch Steunpunt Regelrecht

Bron: Juridisch Steunpunt Regelrecht