Meer hart- en vaatziekten dan verwacht

Kans op onderbehandeling door onderschatting van het risico
Het model dat huisartsen gebruiken om te voorspellen hoe groot de kans is dat iemand binnen tien jaar een hart- of vaatziekte krijgt, onderschat het aantal mensen dat dit ook daadwerkelijk krijgt. Het risico is anderhalf keer zo groot dan het model verwacht.

Dit blijkt uit een studie van het Radboudumc. Hierbij is dit model vergeleken met het daadwerkelijke aantal hart- en vaatziekten.

Hoe groot het risico is dat iemand zonder hart- of vaatziekte binnen tien jaar een hart- of vaatziekte krijgt, wordt berekend aan de hand van verschillende modellen. In Nederland wordt volgens de richtlijn een bewerking van het SCORE-model gebruikt. Dat model voorspelt aan de hand van factoren als leeftijd, geslacht, roken, bloeddruk en cholesterol hoe groot het risico op een hart- of vaatziekte is.

Onderzoekers van het Radboudumc hebben nu, onder leiding van epidemioloog Marion Biermans, gekeken naar de voorspellende waarde van verschillende modellen. Zij volgden hiervoor een groep patiënten zonder voorgeschiedenis van hart- en vaatziekte, waarbij de huisarts alle risicofactoren had gemeten. Volgens het bewerkte SCORE-model was het risico 12,2 procent op een hart- en vaatziekte. In de praktijk kreeg echter 18,6 procent van deze groep een hartaanval of andere hart- en vaatziekte binnen tien jaar. Dat is anderhalf keer zo groot dan op basis van het gangbare model mocht worden aangenomen.

Lees hier het volledige artikel.