Minder sterfte senioren bij inzet wijkverpleegkundige na acute ziekenhuisopname

Minder ouderen overlijden na een acute ziekenhuisopname als een wijkverpleegkundige actief betrokken is bij de nazorg. In vergelijking met het gebruikelijke ontslag uit een ziekenhuis is de sterfte veertig procent lager. Dat blijkt uit onderzoek van hoogleraar geriatrie-ouderengeneeskunde Sophia de Rooij van het Universitair Medisch Centrum Groningen en Bianca Buurman van het Academisch Medisch Centrum. Zij publiceren hierover vandaag in het wetenschappelijke magazine JAMA Internal Medicine.

Na opname in het ziekenhuis vanwege een acute ziekte, bijvoorbeeld een acute longontsteking, krijgen veel ouderen te maken met functieverlies: moeite met dagelijkse dingen die zij voor opname wel konden, zoals wassen, aankleden of boodschappen doen. Gemiddeld duurt het drie tot zes maanden voor een oudere is hersteld van een ziekenhuisopname. Een kwart tot een derde van hen overlijdt echter binnen drie maanden na acute ziekenhuisopname.

Tussenkomst van de wijkverpleegkundige leidt niet tot afname van functieverlies bij de ouderen, maar vermindert wel het aantal ouderen dat overlijdt na acute opname in het ziekenhuis, zo blijkt uit het onderzoek van De Rooij en Buurman. Ze volgden een grote groep ouderen die acuut waren opgenomen in het ziekenhuis. De helft van deze ouderen kreeg de gebruikelijke zorg na ontslag uit het ziekenhuis, de andere helft kreeg de zorg volgens het Transmurale Zorgbrug-zorgprogramma, waarin het geriatrie team van het ziekenhuis en de wijkverpleegkundige een belangrijke rol spelen.

Lees hier het volledige