Voedingsstatusonderzoek van het RIVM

Handvat voor meerjarig programmeren, breder plannen en prioriteren.
Een voedingsstatusonderzoek beoordeelt de hoeveelheid vitamines en mineralen (microvoedingsstoffen) die mensen in hun lichaam hebben. Dit is voor de meeste voedingsstoffen de beste methode en gebeurt meestal door bloed of urine te analyseren. Daaruit blijkt of mensen te veel of te weinig voedingsstoffen in hun lichaam hebben.

Deze informatie wordt gebruikt om in kaart te brengen hoeveel voedingsstoffen inwoners van Nederland binnenkrijgen. Ook wordt het gebruikt om het advies van de Gezondheidsraad over voedingssupplementen en het voedingsbeleid van de overheid te onderbouwen.

Het RIVM heeft nu een overzicht gemaakt van het voedingsstatusonderzoek dat het tussen 2005 en 2019 heeft gedaan. Op basis hiervan kan worden bepaald naar welke voedingsstof meer onderzoek nodig is. Dit blijkt bijvoorbeeld hoog nodig te zijn voor vitamine B2, D, ijzer, jodium en calcium. Voor de meeste stoffen is dit signaal al eerder gegeven.

Er zijn namelijk aanwijzingen dat volwassenen en zwangeren te weinig vitamine B2 binnenkrijgen, en zwangeren te weinig vitamine D. Meisjes en vrouwen in de vruchtbare leeftijd krijgen mogelijk te weinig ijzer binnen. Deze tekorten kunnen bijvoorbeeld vermoeidheid veroorzaken. Verder is onderzoek nodig naar jodium in de urine bij kinderen en zwangere vrouwen; bij zwangeren is dat al begonnen. Volwassenen, kinderen en zwangeren krijgen mogelijk te weinig calcium binnen.

Lees hier het volledige artikel.