Alternatieven voor AWBZ zorg: De Wmo

Nu sinds 1 januari (onder andere) het Persoonsgebonden Budget voor AWBZ zorg aan banden is gelegd, wordt het tijd om aandacht te besteden aan wat er nog wel mogelijk is. Hulpvragers zoeken naar nieuwe manieren om de hulp te krijgen die ze nodig hebben, hulpverleners zijn onzeker over hun toekomst. Wat zijn in die nieuwe situatie de opties? De komende tijd behandelen we hier een aantal alternatieven die wellicht (enig) soelaas kunnen bieden, vandaag de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Wat is de WMO?

De Wet maatschappelijke ondersteuning, of Wmo, vervangt een aantal losse wetten zoals de Wet voorziening gehandicapten en de Welzijnswet (en aspecten van de AWBZ zoals extramurale begeleiding). De Wmo is in het leven geroepen om gemeentes instrumenten te geven een heel scala aan kwesties het hoofd te bieden. Die doelbewuste vaagheid is een van de opvallende aspecten aan de wet: het is meer een richtsnoer dan een duidelijke omschrijving van rechten en plichten. Het idee hierachter is dat gemeenten hun sociale beleid nu beter kunnen afstemmen, zowel intern als op de wensen van de inwoners. Hiervoor is het van belang dat ze overleg voeren met de belanghebbenden. Laat je stem dus horen als je het niet eens bent met de uitvoering van de Wmo in je gemeente!

In het recente kamerdebat over de nieuwe Wmo, heeft een lid van de Tweede Kamer een voorstel ingediend om het aanbieden van een PGB voor de Wmo in elk geval verplicht te blijven stellen. Anders krijgen de gemeenten wel heel veel speelruimte om invulling te geven aan de wet en wordt het voor hulpvragers steeds moeilijker te begrijpen waarop ze nou precies kunnen rekenen.

De landelijke overheid heeft een aantal algemene regels opgesteld waaraan de gemeentes houvast hebben bij het maken van beleid. Deze richtlijnen worden ‘prestatievelden’ genoemd en ze beslaan alles van het bevorderen van sociale samenhang tot het formuleren van verslavingsbeleid. De volgende drie zijn expliciet van belang voor de hulpverlening:

 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;
Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem;
Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer

Omdat het een gemeentelijke verantwoordelijkheid is, kan de invulling aan en toepassing van de wet behoorlijk verschillen afhankelijk van waar je staat ingeschreven. Vraag bij je eigen gemeente na welke specifieke hulp zij jou kunnen bieden en wat daarvoor de voorwaarden zijn.

Wat heb je eraan?
In tegenstelling tot AWBZ zorg is de Wmo niet zozeer bedoeld voor hulp bij het omgaan met van een beperking of chronische ziekte, het gaat vooral om ondersteuning bij dagelijkse bezigheden als je daar zelf niet (goed) meer toe in staat bent. Dat kan door het inschakelen van een alfahulp (hulp in de huishouding) maar bijvoorbeeld ook door het aanbrengen van voorzieningen in je huis.

Bij de bepaling of je in aanmerking komt voor hulp van je gemeente, wordt eerst gekeken of je deze ondersteuning niet van je directe omgeving kunt krijgen. Ook mantelzorg, de betaalde zorg vanuit je omgeving, valt niet onder de Wmo. Maar als een mantelzorger wel (een deel van) de zorg op zich kan nemen maar niet alle hulp kan bieden die je nodig hebt, kun je voor de rest wel een aanvraag doen bij je gemeente.

Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen wat ze nodig acht om aan de opdrachten uit de ‘prestatievelden’ te voldoen. Hieronder een aantal voorbeelden van soorten hulp die niet onder de AWBZ maar wel onder de Wmo vallen. De lijst is niet uitputtend en is ook niet in in iedere gemeente hetzelfde:

  •     Hulp bij het huishouden; dingen als opruimen en schoonmaken
  •     Vervoer; regiovervoer voor mensen die niet met het openbaar vervoer kunnen reizen
  •     Ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers; zodat die in staat worden gesteld de juiste hulp te bieden
  •     Maaltijden; tafeltje dekje valt bijvoorbeeld onder de Wmo
  •     Sociaal cultureel werk; activiteiten in de buurt waar hulpvragers aan mee kunnen doen ondanks eventuele beperkingen of ziekte.
  •     Aanpassingen in huis; bijzondere voorzieningen maar ook dingen als een rolstoel

De gemeente zal sommige diensten in elk geval niet aanbieden uit hoofde van de Wmo:

AWBZ zorg; de Wmo is geen vervanger voor mensen die geen recht hebben op AWBZ zorg, dus ook niet voor bijvoorbeeld de functie persoonlijke verzorging (wassen etc.)
Gebruikelijke voorzieningen; zaken die nauwelijks verschillen van wat je nodig hebt zonder beperking of ziekte, of niet noemenswaardig duurder zijn
Tijdelijke voorzieningen; zoals bijvoorbeeld krukken, dat loopt meestal via je verzekering

Hoe krijg je het?
Ook hiervoor geldt dat het per gemeente verschilt hoe je hulp uit de Wmo moet aanvragen. In verreweg de meeste gevallen is er een speciaal loket (Wmo loket) waar je de aanvraag in kan dienen. In sommige gemeentes kun je het ook via internet doen en, als de gemeente is aangesloten, kan de aanvraag ook via Regelhulp lopen. Een behoorlijk aantal gemeentes hebben hun procedures geharmoniseerd via de website www.regelhulp.nl. De MEE-organisaties in de verschillende regio’s helpen ook bij het doen van de aanvraag.

Net als de AWBZ zorg, kan je ook bij de Wmo zorg een PGB krijgen om zelf hulp in te kopen. Je hoeft niet aan dezelfde (strenge) voorwaarden te voldoen maar je zal nog steeds wel zelf je administratie moeten doen of door een derde laten uitvoeren. Sommige gemeentes hebben daarvoor afspraken gemaakt met de SVB, je kunt het ook zelf doen met behulp van www.ePGB.nl. Als je niet kiest voor een PGB zul je de toegekende voorzieningen in natura krijgen.

Voor verdere gedetailleerde informatie, zie de speciale website van de overheid http://www.invoeringwmo.nl.

Bron:  Nationale Hulpgids