Antistolling lijkt zinvol bij toevallig gevonden longembolie bij kankerpatiënten

Kankerpatiënten die na een bij toeval ontdekte longembolie antistollingsmiddelen gebruiken, hebben minder kans op nieuwe vorming van bloedstolsels.

Deze bevinding presenteerde arts-onderzoeker Tom van der Hulle (Leids Universitair Medisch Centrum) vorige week op het jaarcongres van de American Society of Hematology in San Francisco (VS).

Tom van der Hulle combineerde gegevens van elf studies waaraan in totaal 926 kankerpatiënten meewerkten. De kans op de vorming van een nieuw bloedstolsel bleek bijna tweemaal zo hoog (12 procent) bij patiënten die na hun longembolie géén antistolling voorgeschreven kregen dan bij patiënten die laag-moleculair-gewicht heparine (6,2 procent) of vitamine-K-antagonisten (6,4 procent) slikten.

Sterfte na zes maanden
Ernstige bloedingen kwamen vaker voor bij de groep die vitamine-K-antagonisten slikten (13 procent) dan bij de groep die laag-moleculair-gewicht heparine kreeg (3,9 procent). Overigens ontwikkelde 6,4 procent van de patiënten die niet behandeld werden ook een ernstige bloeding. Mogelijk speelt daarbij mee dat deze patiënten juist niet behandeld werden vanwege een hoog risico op bloedingen. De sterfte na zes maanden was hoger bij onbehandelde patiënten (47 procent) dan bij patiënten die heparine (37 procent) of vitamine-K-antagonisten (28 procent) slikten.

Lees hier het volledige artikel.