Chronische jeuk: zes dingen die je moet weten

‘Ik krab soms tot bloedens toe, want pijn is minder erg dan jeuk’, en ‘De jeuk is gékmakend’ zijn vaak gehoorde uitspraken van patiënten met chronische jeuk. Wat moet je als verpleegkundige weten over chronische jeuk? Nursing zette zes punten op een rij.

1. Jeuk is niet altijd zichtbaar op de huid. Jeuk kan veroorzaakt worden door een huidaandoening zoals eczeem of psoriasis, maar ook door aandoeningen van bijvoorbeeld lever of nieren. Ook kan jeuk een bijwerking zijn van medicatie (bijvoorbeeld bepaalde antibiotica) of een gevolg van chemotherapie of bestraling.

2. Jeuk zit soms ‘tussen de oren’. Krabben is een normale reactie op jeuk, maar mensen blijven vaak krabben ook al is de ergste jeuk verdwenen. Krabben wordt dan een onbewuste gewoonte. De patiënt kan een ‘krabdagboek’ bijhouden om inzicht te krijgen in zijn krabgedrag, en kan proberen het krabben te vervangen door een andere simpele gedraging, zoals in een stressballetje knijpen of de vuisten ballen.
Het is ontzettend belangrijk om de patiënt niet te veroordelen voor het krabben, weet verpleegkundige Lilian Figee. ‘Maak altijd duidelijk dat je de klachten serieus neemt, en laat de patiënt met een dagboek zelf tot het inzicht komen dat hij (deels) zijn eigen jeuk veroorzaakt.’
3. Wonderzalf bestaat niet. Naast medicinale zalf krijgen patiënten vaak een indifferent middel voorgeschreven, de ‘bijsmeerzalf’ voor de huidverzorging. Welke zalf, crème of gel het beste werkt, is heel persoonlijk.
Lees hier het volledige artikel.